Uit de boekensector hoor je vaker slecht dan goed nieuws, want mensen lezen met de dag minder en de omzet kachelt achteruit. Toch werd onlangs een gloednieuw Vlaams literair fonds boven het doopvont gehouden. De boreling heet Tzara, naar een van de grondleggers van het dadaïsme, en vaart onder de vleugels van Standaard Uitgeverij. De bedoeling van deze imprint is mensen die graag en veel lezen van het betere leesvoer te voorzien en het plan is om één boek per maand uit te brengen, fictie en non-fictie, al dan niet vertaald. Met de publicatie van Versplinterde ziel is de kop eraf. In de roman van Akira Mizubayashi zit letterlijk en figuurlijk muziek: een 19de-eeuwse viool speelt de hoofdrol en het verhaal drijft op de tonen van Schubert en Bach. De Japanse schrijver woont in Tokio, maar schrijft in de taal van Molière. Hij heeft zijn passie voor muziek en voor het Frans helemaal uitgeleefd in deze bijzondere roman, die in Frankrijk in 2020 met Le Prix des libraires werd bekroond.
Melomane militair
Op een zondag in november 1938, in een cultureel centrum in een buitenwijk van Tokio, zitten drie Japanse en drie Chinese violisten broederlijk samen te repeteren. Het nationalisme viert hoogtij en de tweede Chinees-Japanse oorlog woedt volop, maar dat zal de strijkers worst wezen. Muziek verzacht de zeden, dat is bekend. Het kwartet legt zijn ziel en zaligheid in het spelen van nr. 13 in a-mineur D 804, opus 29 van Franz Schubert, beter bekend als Rosamunde , terwijl het elfjarige zoontje van muzikant Yu in een hoekje zit met een boekje.
De inval van een groep Japanse militairen maakt een einde aan het vredige tafereel. Yu krijgt klappen en een van de woestelingen molt zijn instrument. Een melomane mi litair vraagt hem om de Gavotte en Rondeau van Bach te spelen. De vio list rijgt de noten aaneen 'als een ketting van zilveren waterdruppel tjes op een bamboeblad na een flinke stortbui', maar wordt ver volgens in de boeien geslagen en afgevoerd. Luitenant Kurokami reikt het zoontje de kapotte viool aan. De jongen zal zijn vader nooit meer weerzien.
Het kind Rei wordt geadopteerd door een Frans echtpaar en omge doopt tot Jacques, naar de beroemde Franse violist Jacques Thibaud, en koestert maar één ambitie: vioolbou wer worden en het vernielde instru ment van zijn vader restaureren. Ruim zestig jaar later ontmoet hij de klein dochter van de melomane luitenant, schenkt hij haar de gerepareerde viool en is de cirkel rond.
Een viool met een ziel
Een viool heeft een 'ziel', het meer lyrische woord voor de stapel, een stokje in de klankkast van een strijkinstrument. In deze roman heeft de viool niet alleen een ziel, maar ook een immense symboolwaarde. De titel verwijst zowel naar de versplinterde viool van de vader, een antiek instrument van de Franse vioolbouwer Vuillaume, als naar de getormenteerde ziel van de zoon. In het kielzog van Rei, alias Jacques, doen we met Mirecourt de hoofdstad van de Franse vioolbouw aan, en Cremona, de stad van onder meer Stradivari. We steken wat op over geschikte houtsoorten en de over kunst van het maken van strijkstokken, over specialiteiten uit de Japanse keuken en uiteraard over muziek. Want klanken in woorden vatten, dat kan Mizubayashi als geen ander. Van de Gavotte en de Chaconne van Bach over Beethovens strijkkwartetten tot Ter nagedachtenis aan een engel , het vioolconcert van Alban Berg dat doden tot leven wekt en schimmen laat terugkeren uit het dodenrijk. Want dat is waar muziek toe in staat is.
Muziek werkt verbindend, over de grenzen van tijd en ruimte, en zelfs over die van leven en dood heen. Als een tijdmachine katapulteert ze Rei terug naar zijn jeugd. Wanneer hij Yehudi Menuhin de Gavotte en Rondeau hoort vertolken, meent hij dwars door het spel van de beroemde violist het instrument van zijn vader te horen, maar ook gerechten uit zijn kindertijd brengen hem terug naar het verleden, precies zoals de madeleine bij Marcel Proust. De smaak van een tsukemono - een plakje ingemaakte komkommer - of een namatamago - een met sojasaus opgeklopt rauw ei - voert hem meteen terug naar de fatale dag waarop zijn vader werd gearresteerd. De roman, opgedragen 'aan alle schimmen in deze wereld', heeft onmiskenbaar een proustiaans tintje.
Wie Schubert zegt, zegt weemoed. En weemoed is een vorm van verzet tegen een krankzinnig geworden wereld, schrijft de auteur. Zijn roman is een ode aan de muziek van Bach tot Berg, als remedie tegen militarisme, nationalisme en koloniale expansiedrift. Het is een ode aan schoonheid, kunst en alles wat een dam opwerpt tegen de barbarij, een eerbetoon aan alle slachtoffers van geweld en een aanklacht tegen de wreedheden die mensen en dingen worden aangedaan. Het verhaal komt wat aarzelend op gang, maar ontrolt zich dan in een ouderwets elegante, gepolijste stijl tot een ontroerende melodie met eindeloze variaties. Versplinterde ziel ademt onversneden wanhoop en pure melancholie, maar evengoed intens geluk, want tegenover al die doffe ellende staat het leven, met de muziek als ultieme reddingsboei.
Vertaald door Hans E. van Riemsdijk, Tzara, 184 blz., € 24.99. Oorspr. titel: 'Âme brisée'.
Verberg tekst