In het vorige deel van deze striptrilogie zijn Doris Greathouse en haar dochter Cora aangekomen in een sanatorium voor tbc-patiënten: Doris als verpleegster en Cora als patiënte. Cora ziet dode mensen en spreekt met een zekere George die vertelt over de geheimen van het instituut, maar deze George bestaat niet echt. Langzamerhand komen er steeds meer vreemde zaken naar boven; er worden geen medicijnen verstrekt aan de patiënten en er worden gruwelijke, experimentele operaties uitgevoerd. Doris komt hier langzaam maar zeker achter; het sanatorium is een plek waar mensen op een gruwelijke, horrorachtige wijze aan hun einde komen. De motieven worden langzamerhand duidelijker: enerzijds ordinaire geldzucht en anderzijds gestoord geëxperimenteer op mensen. Een fraai vormgegeven strip. Om de gebeurtenissen in dit deel goed te kunnen volgen, is kennis van het voorafgaande deel noodzakelijk.