Schaduwstad, Elizabeth Days derde roman, die na het wereldwijde succes van opvolger Het feest nu ook in Nederland uitkomt, heet oorspronkelijk Paradise City. Een ironisch-wrange titel, aangezien het Londen dat Day portretteert voor velen niet speciaal een paradijs is, maar een plek waar ze maar net het hoofd boven water kunnen houden.
Zoals Beatrice, die vanwege haar seksuele geaardheid uit Oeganda heeft moeten vluchten. Daar zou ze advocaat worden, in Londen mag ze blij zijn met een schoonmaakbaantje in een hotel. Dat ze tijdens het stofzuigen en dweilen regelmatig aangerand wordt, ach ja, dat hoort er een beetje bij. Het valt in het niet bij wat ze in Oeganda heeft moeten ondergaan. En soms houd je er nog een fooi aan over ook.
Dat Londen dus. Een stad vol hiërarchie. Tussen rijk en arm, tussen culturen, tussen toeristen en zij die er écht horen, zoals de continue stroom forenzen in de metro. 'Ze bewegen zich voort in de overtuiging dat ze boven iedereen…Lees verder
Schaduwstad, Elizabeth Days derde roman, die na het wereldwijde succes van opvolger Het feest nu ook in Nederland uitkomt, heet oorspronkelijk Paradise City. Een ironisch-wrange titel, aangezien het Londen dat Day portretteert voor velen niet speciaal een paradijs is, maar een plek waar ze maar net het hoofd boven water kunnen houden.
Zoals Beatrice, die vanwege haar seksuele geaardheid uit Oeganda heeft moeten vluchten. Daar zou ze advocaat worden, in Londen mag ze blij zijn met een schoonmaakbaantje in een hotel. Dat ze tijdens het stofzuigen en dweilen regelmatig aangerand wordt, ach ja, dat hoort er een beetje bij. Het valt in het niet bij wat ze in Oeganda heeft moeten ondergaan. En soms houd je er nog een fooi aan over ook.
Dat Londen dus. Een stad vol hiërarchie. Tussen rijk en arm, tussen culturen, tussen toeristen en zij die er écht horen, zoals de continue stroom forenzen in de metro. 'Ze bewegen zich voort in de overtuiging dat ze boven iedereen staan, waarbij ze zwijgend kenbaar maken hoe extreem belangrijk het is dat ze komen waar ze moeten zijn.' Day beschrijft hier het Londense Waterloo Station, zoals dat tot niet zo lang geleden raasde en suisde.
Met lichte aanpassingen - zo blijft men in Engeland, anders dan hier, doorgaans zelfs beleefd terwijl men de ander afkeurend of ronduit agressief bejegent - is de scène naadloos op onze eigen stedelijke omgeving te plakken. Waar mensen elkaar meer in de weg staan dan dat ze elkaar werkelijk zien, laat staan kennen.
Zo ook selfmade miljonair Howard Pink, die zijn hotelbed laat opmaken door Beatrice, ondertussen aan zijn gerief komt en zich niet eens afvraagt of zij daar wellicht niet op zit te wachten. 'Een gelukszoeker met klasse', noemt hij zichzelf. Afkomstig uit een vervolgde, straatarme Joodse familie heeft hij zich opgewerkt tot confectiemagnaat. Alles in zijn leven is te koop, is zijn boodschap aan de wereld. Slechts af en toe staat hij zich toe te treuren om de wetenschap dat daar niets van waar is. Alweer zestien jaar geleden is zijn doodongelukkige dochter spoorloos verdwenen. Zijn huwelijk heeft dat niet overleefd, en zijn tweede vrouw is een opgedirkte lege huls.
In Schaduwstad ontspint zich een, net als in Het feest, ingenieus plot waarin verschillende levens samenkomen. Ik moest af en toe aan thrillerschrijfster Ruth Rendell denken. Ook haar boeken spelen vaak in het veel te grote Londen waar je zo makkelijk verdwaald raakt, letterlijk en figuurlijk. En ook in haar boeken blijken juist mensen die gezamenlijk in geen enkel adresboekje voorkomen, elkaar nodig te hebben om tot iets van verlichting te komen.
Schaduwstad is een echte pageturner, inclusief een op te lossen misdaad, die echter wel hier en daar laat zien dat Day op het moment van schrijven nog minder ervaren was dan nu. Eigenlijk alle hoofdpersonages - behalve de genoemde ook nog de ambitieuze jonge journaliste Esme en eenzame weduwe Carol - komen op enig moment, of zelfs meerdere malen, tot wel heel concreet benoemde momenten van zelfinzicht. Ze zien de dingen plots haarscherp, realiseren zich iets dat een pagina eerder nog mijlenver weg was, trekken levensveranderende conclusies alsof het niks is.
Daar staat tegenover dat Day, in haar destijds toch vroege schrijverschap, blijk geeft van groot inlevingsvermogen. Ze zal zich het meest herkend hebben in de cynische Esme, die sensatiestukken moet schrijven, terwijl ze heel wat meer in huis heeft. Maar juist in haar portretten van de elk op zo verschillende wijze rouwende Howard, Beatrice en Carol overtuigt ze.
En in haar keuze om niet elke verhaallijn 'op te willen lossen'. Aan het eind van het boek is het op Waterloo Station waarschijnlijk nog net zo druk. Zijn de klassenverschillen, de uitersten tussen arm en rijk, tussen vies en schoon, nog even groot. Maar er zijn vier mensen die, ondanks hun trauma's en verdriet, wat ruimte hebben gekregen om weer schoonheid te zien. Zo wordt Schaduwstad toch nog een ode aan Londen.
'Ze ademt in, snuift de geur van de rivier op: een rijke mineraalachtige geur als van een doordrenkte spons. Ze kijkt hoe een groepje roeiers een lange, smalle boot in stapt die te breekbaar lijkt om het gewicht van zes mannen te houden. [...] Ze pakken hun riemen, duwen zich van de oever en glijden de rivier op, hun ongelooflijk vloeiende beweging lijkt op een golvende onderhuidse spier.'
Vert. Noor Koch Ambo Anthos 432 blz. €24,99.
Verberg tekst