In 1269 duikt dominicaan Bertiaire de Fondfroide op in de burcht van Roquebrune. Hij is de neef van de kasteelvrouw en is door haar opgeroepen in zijn hoedanigheid van inquisiteur. Zeven jaar eerder heeft zij een kind gebaard dat inmiddels gestoord blijkt te zijn of misschien wel behekst is. Want zowel om zwanger te worden als om het kind te kunnen baren, heeft haar man de hulp ingeroepen van de raadselachtige Smerald die in het bos woont. Als het kamermeisje van de kasteelvrouw eindelijk bekent dat zij – zoveel jaren geleden – iets vreemds heeft gevonden in de kamer, de dag van de geboorte, gaat Payen de Roquebrune weer naar het bos om Smerald te raadplegen. Zij vertelt dat de vondst van toen een koboltklauw was en dat de nachtmerrie van de kasteelvrouw in de nacht na de geboorte wel degelijk echt was: haar kind van vlees en bloed werd door de kobolts geruild voor een vondeling van de feeën. De inquisiteur laat Smerald arresteren als heks. Einde van het eerste deel. In deze stripserie worden magie en historische werkelijkheid tot een aanvaardbaar geheel verweven. Het scenario zit goed in elkaar, de personages zijn kleurrijk en het historische decor is bijzonder knap getekend en fraai ingekleurd. Verberg tekst