Een eikel groeit uit tot boom en de seizoenen trekken voorbij. Telkens wordt de eik gespaard. Het begint met een eekhoorn die vergeet dat hij het eikeltje verstopt heeft, en een slak en ree trekken voorbij aan de jonge blaadjes. Langs de eik trekt een storm en een bosbrand en hij wordt behoed voor boomkap. Mensen bouwen een huis met een tuin rondom hem en de kinderen gebruiken de boom in hun spel. De eik is gelukkiger dan ooit. Een boom als personage waaromheen van alles gebeurt, doet denken aan de klassieker ‘Het huisje dat verhuisde’. De spreadvullende rijkgekleurde illustraties zijn op hout geschilderd met transparante verf, zodat de nerven nog zichtbaar zijn. Er is veel op te zien met beeldgrapjes en dat maakt dat dit verhaal een bijzondere kijkervaring is, zoals eerdere boeken van Schamp. De geschreven tekst golft mee op de kleuren van de seizoenen en staat elke keer ergens anders in het beeld met het woordje OEF in grote letters ertussen geschilderd. Het grote, staande formaat van dit prentenboek en de thematiek van het verhaal, maakt het zeer geschikt voor groepsgebruik. Ook de schutbladen tonen het hout van een eik. Vanaf ca. 4 jaar. Verberg tekst

‘Een eikel viel uit een grote eik, rolde en stuiterde, maar… OEF een steentje hield hem tegen.’ Zo begint het verhaal van de eikel. We volgen de levensloop van de kleine eikel tot de stevige eikenboom door de seizoenen heen. We leven mee met de spannende gebeurtenissen die de jonge eik moet doorstaan om stevig geworteld een thuis te vinden.

Dit prentenboek is geschreven met een hart voor bomen en de natuur. Het zet aan tot denken over hoe de mens omgaat met de natuur. Het boek werd prachtig geïllustreerd door Tom Schamp. De illustraties werden op hout geschilderd zodat de nerven nog zichtbaar zijn. Elke pagina is een kunstwerk op zich. De tekeningen hebben ook meerdere lagen, je kan er elke keer weer iets nieuws in ontdekken. Vind jij de verstopte figuren in de bomen, de ogen in de blaadjes of de lucifer aan de tak?

Op elke pagina wordt slechts één zin weergegeven, verwerkt in de tekeningen, met steeds dezelfde herhaling ‘OEF’. Dit maakt het voor jonge kinderen herkenbaar. De prenten nodigen uit om meer bij het verhaal te vertellen. Het grote formaat van het prentenboek en het onderwerp van het verhaal lenen er zich toe om te gebruiken voor groepen kinderen van drie tot zes jaar.

Verberg tekst