Onder het motto 'iedereen kan superheld worden' doet meester Boternoot zijn intrede in de klas van Casper Jacobs. Hij wil met zijn leerlingen 'strijden tegen onrecht en de wereld bevrijden van griesmeelpap en andere verschrikkelijke dingen!!' Hij wil hen echter vooral duidelijk maken dat je alles kan, als je maar in jezelf gelooft. Casper laat er geen gras over groeien en bedenkt voor zichzelf en zijn klasgenoten enkele passende bijnamen. Zelf gaat hij vanaf nu door het leven als Cartoon Kid, terwijl zijn beste vriend de weinig flatterende bijnaam ‘Flip Flapvoet’ krijgt toebedeeld. De problemen waar de superhelden tegen moeten strijden zijn heel herkenbaar voor de schoolgaande jeugd. Van vervelende zussen met puisten en hun hoofd vol met jongens, lippenstift en gezichtscrème tot ouders die zeuren over de troep op je kamer en een schoolopdracht die hopeloos uit de hand dreigt te lopen.
Maar de superhelden laten zich vooral van hun sterkste kant zien als de lievelingsknuffel van Lena Lanterfant wordt gestolen door Monster Molman. De klas van meester Boternoot leert dat je samen sterk staat. De bende van Molman moet afdruipen en als kers op de taart wint de klas 'De Edith Plofbibs wedstrijd voor de beste klas van de hele school'.
Superkid is een soort kruising tussen een leesboek en een stripverhaal. Aan het woord is de jonge Casper, die met een hoog tempo door het verhaal raast. Casper is eigenlijk geen heldhaftige jongen, en vaak lopen de dingen heel anders dan hij zelf zou willen. Hij geeft dan ook regelmatig toe dat hij verstijfd was van schrik, zijn benen van pudding leken of dat hij bijna smolt van angst. Maar zijn optimisme werkt aanstekelijk, net als zijn strijdkreet 'Wham-Bam pudding met Jam'.
Het verhaal leest vlot. Voeg daarbij een zwierig gebruik van lettertype en lettergrootte, de nodige pijltjes, tekstballonnen, tekeningen en cartoons van Steve May en mix dat met de nodige humor op kindermaat. 'Ik was zo arm als een nijlpaard. Ooit al een nijlpaard met een bankrekeing gezien?'. Weinig diepgaand, maar best grappig voor kinderen vanaf acht jaar. Superontspannende lectuur voor op vakantie of gewoon als tussendoortje. [Nora Janssens] Verberg tekst

Het is de eerste schooldag. De leerlingen worden door meester Boternoot (alias meester Baardaap) prompt gebombardeerd tot superhelden. Dat komt goed van pas als Casper (Cartoon Kid, ik-figuur) en Flip (Flip Flapvoet) de vampiertweeling Draka en Ula moeten verslaan, het bakken van de taart in een kliederboel ontaardt en ze met de bende van Monster Molman een diefstal moeten vereffenen. Een drietal avonturen dat in sneltreinvaart voorbijraast. Cartooneske en stripachtige illustraties, rijkelijk verstrooid over de pagina’s, zijn aantrekkelijk en menigmaal goed voor een vette (glim)lach. Dit hilarisch geschreven en getekende boek is met enige fantasie als graphic novel te typeren, mede door het gebruik van een strip bij de oplossing van de conflicten. Kolderieke avonturen, ook typografisch zo in beeld gebracht (diverse lettertypen, kreten). Lay-out blijft echter overzichtelijk. Vakkundig vertaald. De onderliggende boodschap ‘Iedereen heeft kwaliteiten, geloof erin’ blijft wellicht verstopt onder de dikke laag slapstick. Aansprekend omslag. Topvermaak voor kinderen met gevoel voor humor. Vanaf ca. 8 jaar. Verberg tekst