Na twaalf boeken met telkens andere hoofdpersonages vond het schrijversechtpaar Nicci French het tijd voor iets nieuws. Daarom bedachten ze psychoanalytica Frieda Klein die de hoofdrol zal spelen in een reeks van acht boeken waarvan Blauwe maandag het eerste is.
Blauwe maandag begint in het verleden wanneer we er getuige van zijn hoe de vijfjarige Joanna, die met haar zus naar de snoepwinkel op weg is, plots verdwijnt. Ze wordt nooit teruggevonden, wat haar zus de rest van haar leven met een torenhoog schuldgevoel opzadelt. Daarna maken we kennis met Frieda Klein, die als psychoanalytica werkt bij The Warehouse. Tijdens een van haar sessies vertelt haar patiënt Alan Decker dat hij er ’s nachts van droomt om een zoon met rood haar en sproeten te hebben. Enkele dagen later verdwijnt Matthew, een jongetje dat precies aan Deckers beschrijving voldoet. Vreemd is echter dat Decker jaren geleden droomde dat hij een dochter had die verdacht veel op de kleine Joanna leek… Hebben zijn dromen iets te maken met de realiteit? Klein besluit het zekere voor het onzekere te nemen en de politie in te lichten, ondanks de vertrouwensrelatie dokter-patiënt. De politie ontdekt al snel dat Decker een waterdicht alibi heeft voor de ontvoering van Matthew.
Opvallendste inhoudelijke verschil met de vorige boeken van Nicci French is dat Blauwe maandag geschreven is in de derde persoon, terwijl hun vorige boeken geschreven waren in de ik-persoon. Verder is dit boek een typische Nicci French: goed geschreven, niet al te gruwelijk, goed uitgewerkte personages en een plot die behoorlijk goed ineen zit. Toch springt dit er niet echt uit, maar dat komt misschien omdat het het eerste in een reeks is en er meer dan in Frenchs vorige boeken wordt stilgestaan bij de achtergrond van het hoofdpersonage. We leren Klein kennen als een toegewijde professional, die in haar privéleven houdt van rust en eenzaamheid. Zo trekt ze er regelmatig ’s nachts op uit in Londen voor een wandeling om haar gedachten te ordenen. Ze vindt dat haar relatie met Sandy te snel gaat en maakt er een einde aan, ze ontmoet de sympathieke Poolse klusjesman Jozef die bijna letterlijk met de deur in huis valt, ze maakt zich zorgen om haar baas Reuben en ze geeft ook bijles aan haar puberende nichtje. Het zijn allemaal verhaallijnen die in de volgende boeken duidelijk nog uitdieping vragen. Deze nieuwe reeks rond Frieda Klein heeft wel potentieel, maar in dit eerste verhaal is het ook voor French nog een beetje zoeken naar de juiste toon en formule. [Karen Vandyck] Verberg tekst

Het bekende schrijversechtpaar slaat een nieuwe weg in met dit eerste deel uit een geplande achtdelige thrillerserie rond de Londense psychoanalytica Frieda Klein. Frieda, midden dertig, heeft een eigen praktijk, woont alleen, wandelt graag ’s nachts door Londen en heeft net een nieuwe relatie. Als een van haar patiënten haar over zijn fantasiezoon vertelt, een klein roodharig jongetje, en er precies zo’n jongetje verdwijnt, verbreekt ze haar beroepscode en schakelt de politie in. Hoofdinspecteur Karlsson neemt het echter niet serieus tot er een link blijkt te zijn met de nooit opgeloste verdwijning van een klein meisje twintig jaar eerder. Hij vraagt Frieda de zus van het toenmalige slachtoffer te interviewen. Goede, vanuit wisselend perspectief geschreven, psychologische thriller met een sympathieke en interessante hoofdpersoon, een intrigerende plot, humor, mooi opgebouwde onderhuidse spanning en een zinderende ontknoping. Het verhaal komt wel wat traag op gang, is ook wat verwarrend in het begin, de auteurs hebben te veel behoefte om Frieda en de andere (vaste) personages direct stevig neer te zetten. Maar hoe verder je komt, hoe boeiender en meeslepender het wordt. Een veelbelovend begin van deze thrillerserie. VN’s Detective & Thrillergids gaf vier sterren. Normale druk. Verberg tekst