Tweede roman van de befaamde Australische, in Engeland woonachtige popzanger en tekstdichter (1957). Vanaf 1984 is hij de onbetwiste voorman van popgroep 'The Bad Seeds'. Een eigenzinnig, controversieel veelzijdig artiest die ook filmscripts en soundtracks maakte. Zijn nieuwste roman handelt over een manisch aan seks en drank verslaafde vertegenwoordiger in cosmetische producten. Na de zelfmoord van zijn vrouw neemt hij zijn negenjarig zoontje op sleeptouw naar zijn onvermijdelijke en louterende einde, de hel. Een gitzwart, wranger dan wrang gevecht om verlossing, doordesemd van seks, drank, nicotine en drugs. Ver over de top, uitdagend seksistisch en derhalve lang niet aan elke lezer besteed. Wel prachtig taalgebruik, vlijmscherp proza en vaak onbedwingbaar humoristisch. Schitterend soepel vertaald door Paul Witte. Irvine Welsh ('Trainspotting'): "een van de grote grensoverschrijdende vertellers van onze tijd". Het Parool : ''messcherp en bij vlagen duivels geestig". Paperback; kleine druk. Verberg tekst